Ontstaan Inburgeringsexamen Buitenland
De uitgangspunten van het huidige inburgeringbeleid zijn vastgelegd in het Hoofdlijnenakkoord van het kabinet Balkenende II (16 mei 2003). Wie zich duurzaam in Nederland wil vestigen moet zich de Nederlandse taal eigen maken en dient actief deel te nemen aan de Nederlandse samenleving. Een onderdeel hiervan is het inburgeringsexamen.
Om in aanmerking te komen voor een machtiging tot voorlopig verblijf (MVV) dienen nieuwkomers uit Thailand in Bangkok op de Nederlandse ambassade het examen af te leggen, het inburgeringsexamen buitenland.
Inburgeringsexamen binnenland
Om in aanmerking te komen voor een vergunning voor permanent verblijf moet in Nederland nog een keer een inburgeringsexamen gedaan worden, het inburgeringsexamen binnenland. In december 2003 kreeg een consortium bestaande uit het CINOP, LTS en Ordinate van het Ministerie van Justitie de opdracht om een examen te ontwikkelen voor toetsing van mondelinge taalvaardigheid in het Nederlands. Deze toets was in eerste instantie bedoeld voor het inburgeringsexamen buitenland, maar werd ook ontwikkeld om ingezet te kunnen worden voor het inburgeringsexamen binnenland.
Vanwege de specifieke randvoorwaarden die aan het inburgeringsexamen gesteld worden heeft het Ministerie van Justitie gekozen voor een geautomatiseerd toetssysteem dat gebaseerd is op de Phonepasstechnologie ontwikkeld door Ordinate. De Toets Gesproken Nederlands (TGN) die deze mondelinge taalvaardigheid toetst wordt afgenomen via de telefoon.
Toets inburgeringsexamen in Thailand
De examenkandidaat moet op de juiste manier reageren op de vragen die de computer stelt. De score worden door een speciaal ontwikkeld automatisch scoringssysteem, dat bekend is onder de naam Phonepass, verwerkt. Met dit systeem wordt bepaald of de mondelinge taalvaardigheid van een examenkandidaat voldoet aan de gestelde minimumeisen.
Voor het inburgeringsexamen Buitenland is een advies uitgebracht over het minimale taalvaardigheidniveau dat gesteld zal worden aan de TGN. Een nieuw taalvaardigheidniveau ‘A1min’ is gedefinieerd, dat zich bevindt onder het laagste niveau (A1) beschreven in het ‘Common European Framework’ (CEF). U kunt meer informatie over de verschillende niveaus vinden op deze website, klikt u op uitleg score in het menu bovenaan.
Kennis van de Nederlandse Samenleving
In het voorjaar van 2004 werd besloten dat Kennis van de Nederlandse Samenleving ook onderdeel werd van het inburgeringsexamen buitenland in Thailand. Hiervoor werd ook een geautomatiseerde toets ontwikkeld die gebaseerd is op de Phonepasstechnologie.
De toets Kennis van de Nederlandse Samenleving (KNS) meet de kennis die een examenkandidaat heeft over een vooraf gedefinieerde verzameling aspecten van de Nederlandse samenleving. De toets KNS bestaat uit vragen die aan de kandidaat gesteld worden. Op basis van de automatisch herkende antwoorden bepaalt het systeem of een examenkandidaat voldoet aan de norm van 70% correcte antwoorden.
Het ministerie van Justitie heeft in mei 2005 aan TNO gevraagd om een ‘second opinion’ te geven ten aanzien van de validatie van de spraaktechnologie die wordt gebruikt bij het inburgeringexamen. Deze ‘second opinion’ is gebaseerd op resultaten van validatiestudies (niet door TNO uitgevoerd) die aan TNO ter inzage zijn gegeven.
De resultaten van de ‘second opinion’ zijn in oktober 2005 vastgelegd in een rapport.
Praktijktesten inburgeringsexamen
Of de kwaliteit van de gebruikte spraaktechnologie voldoende is kon niet vastgesteld worden omdat geen kwaliteitsnormen gesteld zijn. Om deze reden heeft TNO aanbevolen om voor de TGN en toets KNS voldoende representatieve data te verzamelen, succescriteria (normen) voor deze toetsen te formuleren, en op basis van deze data de toetsen te hervalideren.
In november 2005 sprak minister Verdonk met de tweede kamer af om de aanbevelingen van TNO en het consortium over te nemen en de toetsen in de praktijk te testen. Dit praktijkonderzoek werd als een vervolgonderzoek op de ‘second opinion’ door TNO uitgevoerd en betrof de eerste 500 examenkandidaten die het inburgeringsexamen buitenland hebben afgelegd. Tijdens het onderzoek werden alle examenkandidaten naast de automatische toets uitslag herbeoordeeld door vier menselijke beoordelaars. Hangende de uitkomst van het onderzoek – om te voorkomen dat kandidaten worden benadeeld – kan een gezakte kandidaat alsnog geslaagd zijn als de menselijke score hoger is dan de machine score. De herbeoordeling procedure is opgezet en uitgevoerd door het consortium. De herbeoordeling zal voortduren tot het moment dat dit TNO-rapport in de Tweede Kamer besproken zal zijn. Op 15 maart 2006 is de Wet inburgering in het buitenland (Wib) in werking getreden.